vrijdag 28 februari 2014

Maatschappelijke kosten en baten van het Olympisch Plan 2028: lessen voor toekomstige pogingen om Nederland op Olympisch niveau te brengen

Een afstudeerder heeft op mijn verzoek onderzoek gedaan naar de kosten en baten van het Olympisch Plan. Recent heeft Marvin Steussy de samenvatting op de LinkedIn groep Olympisch Plan 2028 gezet. Hierbij zowel de link naar de bijdrage daar, als hieronder de hele tekst.


Achtergrond: Marvin Steussy is recent afgestudeerd aan de Hogeschool van Amsterdam als Sportmarketeer. Hij heeft onderzoek gedaan naar de effecten van het Olympisch Plan 2028. Volgens een eerste, ruwe schatting in 2008 had het Olympisch Plan 2028 €13,6 miljard aan baten moeten opleveren tussen 2009 en 2016. Halverwege deze periode gaf het kabinet Rutte II tijdens de vorming aan geen steun te geven aan eventuele Olympische Spelen in Nederland in 2028. Daarna werd al snel de stekker uit het Olympisch Plan getrokken, dat leidde tot vele emotionele reacties. Wij waren benieuwd wat kosten en baten van het Olympisch Plan geweest zijn en of we het staken van het Olympisch Plan moeten betreuren. Daarnaast vooral welke lessen we eruit kunnen trekken voor een eventueel nieuw plan.
Dit artikel is een weergave van de belangrijkste bevindingen van zijn afstudeeronderzoek. Michiel de Nooij (Hogeschool van Amsterdam) was intern opdrachtgever en begeleider.

Het Olympisch Plan 2028 (kortweg OP) werd in 2008 met veel ambitie gepresenteerd. Het oorspronkelijke plan en de nadere uitwerking bevatten veel maatregelen. (1) Veel van deze maatregelen waren nog weinig precies en veel van de baten zijn lastig te voorspellen en te waarderen. Toch is er een eerste schatting gemaakt van de maatschappelijke effecten. Deze schatte de kosten tussen €11,7 en €15,9 miljard en de baten tussen €13,6 en €18,3 miljard (plus nog een aantal niet in geld gewaardeerde baten). In ieder geval resulteerde een positief saldo van ruim €2 miljard. Al was het CPB duidelijk sceptisch over de geschatte baten. Dat is inherent aan het voorspellen en waarderen van zachte, maatschappelijke effecten. Helemaal omdat veel doelen ook in 2012 nog niet concreet of niet meetbaar waren ingevuld (Gerritsen e.a., 2012). Nu het OP ter ziele is, wilden wij kijken wat er aan kosten en baten gerealiseerd was.

Voor het onderzoek is literatuur bekeken en zijn 12 diepte interviews gehouden. Er zijn een groot aantal baten van het OP gevonden, veel ervan zijn niet te kwantificeren, noch is de maatschappelijke waarde in geld uit te drukken. Waar mogelijk doen we dat, en het staat conclusies aan het eind niet in de weg. De gevonden resultaten worden per ambitie van het OP beschreven.

Ambitie 1: Topsport
Er is meer aandacht geweest voor de aansluiting topsport en onderwijs of werk. Als een van de baten wordt genoemd dat 150 sporters geplaatst zijn bij een bedrijf (50 meer dan beoogd). De spannende vraag is hoeveel van deze sporters anders (zonder OP) een carrière switch hadden kunnen maken, met een bijpassende baan. De baat is waarschijnlijk de extra productie van deze sporters/ werkers.
Tevens is op de Hogeschool van Amsterdam een lector Topsport en Onderwijs aangesteld die zich richt op een betere aansluiting tussen sport en onderwijs.

De Ziggo Dome is met een zwaardere fundering gebouwd dan strikt noodzakelijk, zodat er in de toekomst ook (Olympische) zwemwedstrijden gehouden kunnen worden. De extra kosten zijn niet achterhaald. Deze investering kan als verzekering gezien worden, nu wat uit geven om hogere kosten in de toekomst te voorkomen.

Ambitie 2: Ruimtelijk
Er zijn met het oog op de Olympische Spelen allerlei vernieuwde concepten en ruimtelijke projecten bedacht, zoals een drijvende Olympische Dorp op de Maas, The Floating Games 2028, The Dutch Delta Games 2028, The Water Games 2028, de Olympische Hoofdstructuur en het Open Ontwerpatelier 2028. Deels hadden deze alternatieven gebruikt kunnen worden om het Nederlandse bedrijfsleven internationaal te promoten. Het is de vraag hoeveel hiervan terecht komt zonder Olympische Spelen in Nederland. Merk op dat geen van deze varianten is doorgerekend door Rebel/ARUP, (3) dus ook als Nederland de Olympische Spelen zou organiseren is het onduidelijk of iets van deze alternatieve plannen gerealiseerd zou worden. Omdat de kans op vermarkten van deze technieken gering is, is de baat vermoedelijk nihil.

Ambitie 3: Evenementen
Op het evenementenbeleid heeft het OP als katalysator gewerkt. Zo is gewerkt met een Nationale Evenementenkalender om een goed trackrecord op te bouwen met het oog op een eventueel bid voor Olympische Spelen van 2028. De evenementen moesten een grote maatschappelijke en/of economische spin-off opleveren. Er wordt nu meer dan voorheen bij evenementen gekeken naar of een evenement ook bredere maatschappelijke doelen bereikt. Er is meer aandacht voor en kennis over de programma’s rondom topsportevenementen (side events) waar veel maatschappelijk waarde wordt gecreëerd.

Ook is er een online kennisbank gecreëerd waarbij organisatoren van evenementen in Nederland gebruik kunnen maken van de kennis die voorhanden is, in plaats van dat er steeds ‘experts’ ingehuurd moeten worden (het Modelaanpak Evenementen). Ook bieden door de betere coördinatie nu Nederlandse steden niet meer tegen elkaar op voor hetzelfde evenement.

Een laatste baat is dat Rotterdam en Amsterdam nu een betere band hebben en beter samenwerken. In de discussies rond de keuzestad voor een eventueel Olympisch bid was duidelijk dat er beter samengewerkt moest worden en dat eigen belangen opzij gezet moesten kunnen worden om tot een compromis te komen. Dit heeft de samenwerking tussen Amsterdam en Rotterdam verbeterd. Hoeveel voordeel de samenleving hiervan gaat hebben moet nog blijken.

Ambitie 4: Breedtesport
Door het OP moest het aantal sporters groeien met 7 procent ten opzichte van de autonome groei (dit zijn ongeveer 1,1 miljoen sporters). Vooraf werd al getwijfeld of zo’n grote stijging haalbaar was. (4) Het effect van beleid op sportdeelname is lastig vast te stellen, maar het effect van het OP lijkt beperkt of afwezig te zijn. Het Mulier instituut concludeert in een factsheet dat de sportdeelname over de periode 2006-2012 stabiel bleef. (5) Een flinke stijging die samen zou moeten hangen met het OP is niet waar te nemen.

Ambitie 5: Welzijn
Door het OP zijn een aantal gemeenten beter gaan samenwerken (zeker Amsterdam en Rotterdam). Dit heeft mogelijk ook positieve effecten op bijvoorbeeld obesitas bestrijding. Het effect is te klein gebleven, of te kort van duur om een effect te kunnen waarnemen.

Ambitie 6, 7, 8: Economie, Media, Sociaal maatschappelijk
Noemenswaardige effecten die niet elders genoemd zijn, zijn voor deze ambities niet gevonden.

Overzicht: kwantificering en waardering kosten en baten
De baten van het OP die gekwantificeerd konden worden zijn €5,5 miljoen. Opvallend is dat de grootste baten liggen bij de ambities ‘Topsport’ en ‘Evenementenambitie’, terwijl het OP deze vooraf verwachtte bij ‘meer sportiviteit, meer gezondheid, meer sociale cohesie en minder obesitas.’
Ruwweg waren de kosten ruim €14,8 miljoen. Daarin zat bijvoorbeeld € 2,5 miljoen voor de evenementenambitie, € 2 miljoen voor o.a. het sectorplan, € 0,86 miljoen voor de hostbroadcasting, € 1,7 miljoen van Rotterdam voor het Olympisch Plan, en € 5,9 miljoen via de jaarrekeningen van NOC*NSF.
Ambitie 6, 7, 8: Economie, Media, Sociaal maatschappelijk
Noemenswaardige effecten die niet elders genoemd zijn, zijn voor deze ambities niet gevonden.

Overzicht: kwantificering en waardering kosten en baten
De baten van het OP die gekwantificeerd konden worden zijn €5,5 miljoen. Opvallend is dat de grootste baten liggen bij de ambities ‘Topsport’ en ‘Evenementenambitie’, terwijl het OP deze vooraf verwachtte bij ‘meer sportiviteit, meer gezondheid, meer sociale cohesie en minder obesitas.’
Ruwweg waren de kosten ruim €14,8 miljoen. Daarin zat bijvoorbeeld € 2,5 miljoen voor de evenementenambitie, € 2 miljoen voor o.a. het sectorplan, € 0,86 miljoen voor de hostbroadcasting, € 1,7 miljoen van Rotterdam voor het Olympisch Plan, en € 5,9 miljoen via de jaarrekeningen van NOC*NSF.

Uiteraard zit er wat ruimte om deze schattingen van kosten en baten. Toch lijken twee conclusies gerechtvaardigd. Ten eerste waren de kosten groter dan de baten. En ten tweede zijn zowel kosten als baten flink veel kleiner dan vooraf geprognosticeerd. Van 2009 tot en met 2012 had €1,2 miljard geïnvesteerd moeten worden in het OP (exclusief private investeringen, die wel in de hierboven genoemde schatting van het CPB zitten). Daarvan vinden we maar iets meer dan 1 procent terug.

Verklaringen
De kosten overtroffen de baten, en (belangrijker nog) is dat de kosten ver achterbleven bij de plannen. Er is dus iets niet zo gelopen als gewenst of gepland. Hoewel niet de kern van het onderzoek, zijn daar wel een paar verklaringen voor te geven. Een eerste mogelijke verklaring is dat de alliantie minder krachtig was in de lobby dan nodig was om het plan, ook in moeilijke economische tijden, naar de politiek toe overeind te kunnen houden. De uitvoering van het OP hing te veel op draagvlak bij individuele ambtenaren en politici, zowel op landelijk als op gemeentelijk niveau. Een andere reden kan de opbouw van de alliantie zijn. Door de alliantie partners te allen tijde gelijkwaardig te behandelen en de ander nooit voor te trekken, was er geen leidende partij. Dit was in de communicatie in reactie op berichten in de media (zoals RTL) lastig. Ook was het OP en vooral de relatie met de Olympische Spelen niet duidelijk. Steeds stak de discussie over de Olympische Spelen de kop weer op, terwijl die in het OP waren opgenomen als stip op de horizon in 2016, en niet eerder zoals steeds gebeurde. Wat mogelijk ook niet hielp was dat het OP vanuit Papendal werd gecoördineerd in plaats vanuit een plaats die beter aansluit op politiek of economie. Tot slot, iets waar de Alliantie niets aan kon doen, was natuurlijk de aanhoudende grote financiële crisis, waardoor budgetten onder druk stonden en extra geld dus lastig te krijgen was.

Conclusies
Terugkijkend kan niet gezegd worden of het OP een goed idee was. Veel onderdelen van het plan zijn immers niet gerealiseerd. Dat is jammer gezien de grote maatschappelijke doelen die er in het OP geagendeerd werden. Zoeken naar hoe sport alsnog aan het oplossen van deze problemen kan bijdragen lijkt wenselijk.

Het OP liet duidelijk zien dat veel mensen zich door de link met de Olympische Spelen geroerd voelden om aan maatschappelijke vraagstukken te werken en bij te dragen aan oplossingen. De uitdaging is om in de toekomst daar effectiever gebruik van te maken en er ook beter voor te zorgen dat de plannen daadwerkelijk uitgevoerd worden.


Literatuur overzicht
(1). Terpstra, E (2009) Olympisch Plan 2028 – Heel Nederland naar Olympisch niveau – Nederland: NOC*NSF,
NOC*NSF (2009) Expertrapport : Nederlandse sport naar Olympisch niveau : een nadere uitwerking van het sportgedeelte van het Olympisch Plan 2028 – Nederland: Deventer – daM Uitgeverij
(2). Geciteerd in CPB (2009) Beoordeling rapport Olympisch Plan 2028 (concept juni 2008) – Nederland: Centraal Plan Bureau
(3). Blok, P., G-J. Fernhout, E. Gerdes, H. Kandel, S. Schenk, C. Tunnel en T. Bridges, 2011, Verkenning Maatschappelijke Kosten en Baten van de Olympische en Paralympische Spelen 2028 in Nederland - Eindrapport, Rebel, Arup.
(4). CPB (2009) Beoordeling rapport Olympisch Plan 2028 (concept juni 2008) – Nederland: Centraal Plan Bureau
(5). http://www.mulierinstituut.nl/actueel/nieuwsoverzicht/sportdeelname-in-2012-naar-66-procent.html



Geen opmerkingen:

Een reactie posten