donderdag 2 mei 2013

Aanname hier, aanname daar. Is dat raar?

Koen Breedveld in zijn column voor Sport en Strategie geeft aan het niet zo te hebben op economen:
Economen, ik heb het er nooit zo op. Begrijp me niet verkeerd, ik waardeer alle goedbedoelde pogingen om de werkelijkheid te vangen in modellen en formules. Petje af voor degenen die daar het geduld en het talent voor hebben. Maar de moed zakt je doorgaans in de schoenen als je leest hoeveel assumpties en voorbehouden ten grondslag liggen aan die rekenexercities. Dat de meeste economische prognoses niet uitkomen, verbaast me dan ook niets.
Mijn eigen beroepsgroep doet dat overigens niet beter. Vooral achteraf de wijsheid in pacht hebben, is toch een beetje het lot van de sociale wetenschappen.
Daarna bespreekt hij een rapport van het CPB dat hem positief verrast.

Kortom een interessante column, en ik wist het voor ik het blad normaal gesproken had gezien. Koen had mij en een aantal andere economen gewaarschuwd in de hoop dat we het hem niet euvel duiden. Hij wou een beetje prikkelen met zijn column.

Ik duidt het hem zeker niet euvel. Hij deed zijn taak als columnist om te prikkelen goed. Dat kan ik hem niet verwijten. En het staat er ook nog eens erg netjes. Dus ook wat dat betreft heb ik er zeker geen probleem mee.

Wel, ben ik het uiteraard hartgrondig met Koen oneens (ik prikkel een beetje terug). Ik kom uit de hoek binnen de economie waar veel aannames gemaakt worden, namelijk bij kosten-batenanalyses, en vooral die waar weinig materiaal voorhanden is (omdat er nog weinig onderzoek voorhanden is). Het verwijt dat ik veel aannames gebruik, heb ik dus vaker gehad.

Ik heb daar drie reacties op.

1. Een MKBA heeft vaak veel aannames, maar mijn ervaring is dat er 2 of 3 zijn die er voor de uitkomst echt toe doen. Het lijkt dus vaak erger dan het is.

2. Een van de stellingen van mijn proefschrift ging hierover. Het is spannend hiernaar te verwijzen want ze zijn nooit gepubliceerd, de stellingen. Het proefschrift gelukkig wel.
A cost benefit analysis contains a lot of assumptions, which creates opposition to the approach. This is incorrect. Most other policy advises contain the same number of assumptions, however there they are implicit and hidden for the reader.
Kortom, ik vind het juist goed dat de aannames zichtbaar zijn...

3. Het maken van een precieze aanname waar je mee kan rekenen, helpt om discussies precies te voeren. Ik herinner een discussie rond veiligheid waarin we met een groep experts concludeerden dat de kans dat iets ergs zou gebeuren substantieel was. De voorzitter concludeerde dat we het allemaal met elkaar eens waren en stelde voor te gaan lunchen. Ik vroeg daarop dus de kans is 25% dat het de komende 10 jaar minstens eenmaal gebeurd? Waarop mijn linker buurman meteen uitriep dat is een veel te grote kans, terwijl mijn rechter buurman uitriep dat de kans echt veel groter was. De discussie ging vervolgens nog drie kwartier verder. Het werd een late lunch (helaas). Dat heeft mijn geleerd dat getallen en aannames waarover te discussiƫren misschien wel beter zijn dan schijnzekerheid.

Hopelijk hebben Koen en ik het hier nog eens over bij borrel, bij een gezamenlijk project of een andere gelegenheid. Niet alleen voor de discussie (vast leerzaam en plezier, Koen kennende) maar dat betekent ook dat we weer wat samen doen en daar kijk ik naar uit.

(reacties zijn uiteraard welkom)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten